Support

Jazeker, dat doen we. We hebben een deelbare kerntransformatorlijn met deelbare transformatoren voor geïsoleerde kabel (TQ), rail (TM) en grote toepassingen (GSK) voor laagspanning.

Jazeker, dat kunnen we ook. We beschikken over een eigen productontwikkelings- en productiecentrum, waardoor wij erg flexibel kunnen inspelen op vragen uit de markt. Stuur ons uw kabel/raildiameter, verhouding, belasting en klasse en wij berekenen voor u de perfecte transformator voor uw uitdaging.

Bepaal de richting van de stroom in de rail of de kabel die u wilt meten. Aanbevolen wordt om de P1-zijde aan te sluiten op de stroombron en de P2-zijde op de stroomverbruiker. Indien de stroomtransformator op deze manier wordt aangesloten, zal de pijl op de transformator de richting van de stroom aangeven. Sluit de uitgangsaansluitingen (S1, S2) van de stroomtransformator aan op de lage-impedantie stroomaansluitingen van het meetinstrument (bijvoorbeeld een ampèremeter of de ingangsaansluiting van een kWh-meter).

Een meetkabel van 2,5 mm2 en 100 meter (dubbele aders) heeft een energieverbruik van 35 VA bij 5 A. Voor een secundaire stroom van 1 A zal dat slechts 1,4 VA zijn. Daar moet dan nog wel de extra belasting van de meter bij worden opgeteld, die over het algemeen 0,2 VA voor een secundaire stroom van 5 A en 0,05 VA voor een secundaire stroom van 1 A is. 

Alle standaardproducten hebben nu een artikelnummer. Dit artikelnummer kunt u vinden op de website.

Jazeker, dat doen we. We hebben een deelbare kerntransformatorlijn met deelbare transformatoren voor geïsoleerde kabel (TQ), rail (TM) en grote toepassingen (GSK) voor laagspanning.

Ja, voor de RM-serie vindt u hier het overzicht en voor de GSA-serie hier.

Jazeker, dat kunnen we ook. We beschikken over een eigen productontwikkelings- en productiecentrum, waardoor wij erg flexibel kunnen inspelen op vragen uit de markt. Stuur ons uw kabel/raildiameter, verhouding, belasting en klasse en wij berekenen voor u de perfecte transformator voor uw uitdaging.

Bepaal de richting van de stroom in de rail of de kabel die u wilt meten. Aanbevolen wordt om de P1-zijde aan te sluiten op de stroombron en de P2-zijde op de stroomverbruiker. Indien de stroomtransformator op die manier wordt aangesloten, zal de pijl op de transformator de richting van de stroom aangeven. Sluit de uitgangsaansluitingen (S1, S2) van de stroomtransformator aan op de lage-impedantie stroomaansluitingen van het meetinstrument (bijvoorbeeld een ampèremeter of de ingangsaansluiting van een kWh-meter).

Een meetkabel van 2,5 mm2 en 100 meter (dubbele aders) heeft een energieverbruik van 35 VA bij 5 A. Voor een secundaire stroom van 1 A zal dat slechts 1,4 VA zijn. Daar moet dan nog de extra belasting van de meter bij worden opgeteld, die over het algemeen 0,2 VA voor een secundaire stroom van 5 A en 0,05 VA voor een secundaire stroom van 1 A is. 

Proces control Voor gebruik in een procesregeling, bijvoorbeeld het monitoren van een motorstroom of proces waarin de stroomtransformator is aangesloten op een analoge of digitale meter, is klasse 3 over het algemeen voldoende. Wanneer de stroomtransformator wordt gebruikt in een regelkringloop is het aan te raden een hogere nauwkeurigheid te kiezen.

Energiemanagement De minimale klasse voor energiemanagement is klasse 1. Dit is omdat rekening moet worden gehouden met de fasefout van de stroomtransformator. De faseverschuiving van de stroomtransformator draagt bij aan de fout van de stroomtransformator, met name wanneer de cosinus ϕ in het net laag is (de fase van de spanning ten opzichte van die van de stroom). Wanneer de absolute waarde van de energie echter niet kritisch is, dan is een vergelijking belangrijker dan de absolute nauwkeurigheid

Verrekening Voor verrekening gelden zowel lokale als internationale voorschriften. Over het algemeen is klasse 0,2S vereist. In andere gevallen is klasse 0,5S voldoende wanneer de nominale stroom van de stroomtransformator hoogstens tweemaal de waarde van de zekering is.

Beveiliging Transformatoren van klasse 0,1 tot en met klasse 5 voldoen aan de nauwkeurigheidsaanduiding tot maximaal 120% van de nominale stroom. Stroomtransformatoren kunnen continue worden belast tot maximaal de nominale stroom.

De speciale 0,2S- en 0,5S-transformatoren worden gebruikt in situaties waarin metingen in het lagere stroombereik (0,01 tot 0,2 ln) moeten voldoen aan aanvullende eisen voor wat betreft de nauwkeurigheid.

In het speciale uitgebreide ontwerp van een transformator zal het mogelijk zijn om de continue overbelastingsstroom en de nauwkeurigheid aanzienlijk te vergroten. Een instrumentenstroomtransformator van bijvoorbeeld 300/5A en klasse 1 ext. 300% van de nominale stroom (in dit voorbeeld tot 900 A) kan ook worden overbelast tot maximaal die waarde. De nominale overbelasting wordt vermeld in %, direct na de aanduiding van de nauwkeurigheidsklasse ext.. op de manier zoals is weergegeven in het voorbeeld.

Stroomtransformatoren worden geleverd met instrumentveiligheidsfactor Fs5 bij 50 Hz, tenzij anders gespecificeerd. Bij uit voorraad leverbare voedingstransformatoren geldt de instrumentveiligheidsfactor zowel bij 50 als bij 60 Hz. Fs5 impliceert dat, bij 5 maal, de samengestelde fout van de transformator als gevolg van verzadiging van de kern ten minste 10%. Bedraagt. Dit geldt als de transformator wordt belast met de nominale belasting die op het typeplaatje is vermeld. Bij lagere belastingen neemt de instrumentveiligheidsfactor toe en de beveiligende werking van de transformator af.

Stroomtransformatoren voor beveiliging kunnen in de standaarduitvoering worden geleverd in klasse 5P.. of 10P.. Het eerste cijfer van de nauwkeurigheidsklasseaanduiding, 5P.. of 10P.., definieert de maximale waarde van de samengestelde fout in %, tot waar de transformator moet voldoen in het overbelastingsgebied. De letter P is afkomstig van het woord Protection (beveiliging). De nominale nauwkeurigheidsfactor van de transformator wordt direct na de letter P van de klasse-aanduiding vermeld. Er zijn 5 standaard nauwkeurigheidsfactoren: 5, 10, 15, 20 en 30 In. De aanduiding van de nauwkeurigheidsklasse 5P15 betekent dat de samengestelde fout (de som van de vectoren van stroomfout en faseverschuiving) in het overbelastingsgebied tot 15 x In niet hoger zal zijn dan 5%. Dit ondanks een beginnende verzadiging van de transformator. De grenswaarden voor de stroomfout en faseverschuiving bij de nominale stroom zal niet hoger zijn dan 1%, respectievelijk 60 min. Nauwkeurigheidsklasse 10P30 betekent dat de samengestelde fout in het overbelastingsgebied tot 30 x In niet hoger zal zijn dan 10%. De maximale stroomfout bij de nominale stroom is 3%. De faseverschuiving is vrij.

Stroomtransformatoren mogen nooit worden gebruikt met een open secundaire winding, zelfs niet gedurende een erg korte tijd. De reden is dat het potentiaalverschil over open aansluitingen kan oplopen tot duizenden Volt. Dit is niet alleen nadelig voor de levensduur, maar door een dergelijk hoog potentiaalverschil kan de isolatie in de transformator ook permanent beschadigen. Wanneer a stroomtransformator actief in gebruik wordt genomen zonder een aangesloten belasting, moeten de secundaire aansluitingen van de stroomtransformator altijd worden kortgesloten met een stukje draad of een speciale kortsluitingconnector. Wanneer er een of meerdere aftakkingen op de secundaire winding zijn, is het voldoende om de volledige winding (hoogste transformatieverhouding) kort te sluiten. De andere aftakkingen kunnen dus open blijven. Uiteraard moet bij transformatoren met meerdere kernen de secundaire winding van elke kern afzonderlijk worden kortgesloten.

Alle standaardproducten hebben een artikelnummer. Dit artikelnummer kunt u vinden op de website.

Alle kasten zijn zowel geschikt voor doorlussen als voor systemen met een vertakking.

Ja dat kan. Dit is wel het maximum voor de LS-94. Is het ook mogelijk om 3 kabels met 5 aders van 6 mm² aan te sluiten? In het geval van 3 voedingskabels moet een speciale klem worden besteld (artikelnummer 5L9978).

Jazeker, die hebben we. Al onze aansluitkasten zijn geschikt voor LED. We leveren ook aansluitkasten met een overspanningsbeveiligingmodule als extra beveiliging voor de levensduur van gevoelige elektronica.

Voor E27-zekeringen (DII), E14-zekeringen (D01), buiszekeringen (10*38) en penzekeringen. De E27-zekeringen worden voornamelijk gebruikt in Nederland en bestaan uit 3 componenten: de zekering, de adapter en de zekeringhouder.

Alle aansluitkasten met twee zekeringen zijn geschikt, bijvoorbeeld artikelnummer 5L2303. Of een schakelbare aansluitkast, bijvoorbeeld ons artikelnummer 5L2409.

Sommige aansluitkasten (bijvoorbeeld de 5L2409) bieden de mogelijkheid om de fase te kiezen die naar de zekering gaat door de fasekeuzestift te verplaatsen. Dit mag alleen worden gedaan wanneer er geen stroom loopt en er bij voorkeur ook geen spanning aanwezig is.

We leveren verschillende roestvrijstalen kasten. Deze kunnen worden gemonteerd op de gevel, in de muur worden ingebouwd of als stand-alone worden gemonteerd. Ook leveren we verschillende LS-100 modellen die geschikt zijn voor montage op de gevel.

Veel ELEQ aansluitkasten kunnen worden geleverd met een vooraf gemonteerde aarde-nulverbinding. Of dat noodzakelijk is of niet is afhankelijk van de configuratie van het voedingsnetwerk en de toepasselijke voorschriften met betrekking tot de aarding. Neem contact op met uw installateur of systeemoperator om te overleggen over een aarde-nul verbinding.

Alle aansluitkasten in ons productassortiment zijn geschikt voor het monteren van kabels met maximaal vijf aders: 3 fasen, een nul en de aarde.

Een rij lichtmasten wordt vaak gevoed door de voedingskabel van de ene paal naar de andere door door te lussen. Een andere methode is om de ondergrondse kabel bij elke paal af te takken. Bijna alle ELEQ-aansluitkasten zijn geschikt voor een doorlussysteem; het is mogelijk om zowel een ingaande als uitgaande grondkabel aan te sluiten.

De IP…-classificatie is een aanduiding voor de mate waarin de aansluitkast beschermd is tegen binnendringend water en ‘vreemde voorwerpen’, zoals vingers, gereedschappen of vuil. Een IP55-kast houdt stof tegen en is bestand tegen waterstralen met een beperkte kracht.

De IK…-classificatie is een aanduiding voor de slagbestendigheid van een product. IK10 kan worden vergeleken met de slagbelasting van een aantal klappen met een grote hamer.

De functie van een zekering en een zekeringautomaat is hetzelfde: de installatie beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting. Dat doen ze door de stroom in de achterliggende schakeling uit te schakelen. Een defecte zekering moet worden vervangen, maar een zekeringautomaat kan handmatig worden gereset.

Alle standaardproducten hebben nu een artikelnummer. Dit artikelnummer kunt u vinden op de website.

Elektromagnetische meters worden met name gebruikt om wisselstromen en wisselspanningen te meten. De uitlezing op elektromagnetische instrumenten is de effectieve waarde van de wisselstroom of wisselspanning.

Meters met een draaispoel worden gebruikt om een gelijkstroom of gelijkspanning te meten. Ze worden geleverd als volt- of ampèremeter en kunnen ook worden gebruikt in combinatie met omvormers. Instrumenten met een draaispoel hebben een laag energieverbruik en zijn erg gevoelig voor erg kleine gelijkstromen of gelijkspanningen. In combinatie met een gelijkrichter kunnen ze ook worden gebruikt voor wisselstroom of wisselspanning.

Draaispoelmeters met gelijkrichters worden gebruikt om sinusvormige wisselstromen en wisselspanningen te meten met een frequentie van 40 tot 10.000 Hz. Draaispoelmeters met een gelijkrichter meten in essentie de wiskundige gemiddelde waarde van een stroom of spanning. Om draaispoelmeters met een omvormer in wisselstroomschakelingen te kunnen gebruiken, wordt op de schaalverdeling de effectieve waarde van een sinusvormige stroom of spanning weergegeven. Dat betekent dat deze meters uitsluitend geschikt zijn voor gebruik in sinusschakelingen. Als ze worden gebruikt in schakelingen met een verstoorde sinusgolf kunnen grote fouten in metingen ontstaan.

Maximumstroommeters met een bimetaalsysteem en volgwijzer voor gelijk- en wisselstromen tot 10.000 Hz worden hoofdzakelijk gebruikt voor het meten van de gemiddelde thermische belasting van motoren, transformatoren, kabels enzovoort. Als gevolg van de meetvertraging, een karakteristieke eigenschap van bimetaalinstrumenten, worden korte, onbelangrijke pieken in stromen niet of nauwelijks geregistreerd. De uitlezing is de gemiddelde stroom. De sleepwijzer voor resetten waarmee de meeste bimetaalinstrumenten zijn uitgerust, registreert de hoogste stroom tijdens de meetperiode. Bimetaalinstrumenten meten de gemiddelde effectieve waarde van wissel- of gelijkstromen. Vervorming van de sinusgolf van wisselstromen of pulserende gelijkstromen en sterke magnetische velden hebben geen invloed op de meting.